Zuidwaarts

Ik was eigenlijk niet van plan geweest om Agnès
mee te vragen, maar zo gauw ze er van hoorde,
heeft ze net zo lang op Jules ingepraat en mij
met die diep droevige ogen aangekeken, dat ik
gezwicht was. Laurent en Jean waren niet zo
reislustig. Ja, in de winter zeker ... zei Laurent.
Dus met z'n drieën. Liftend natuurlijk. Het was
niet al te koud. Die duivelse Jules besluit op het
allerlaatste moment toch maar met de trein te
gaan. Stond ik daar ergens bij de Porte d'Orleans.
Gerugzakt, saxkoffer in de ene hand, Agnès in de
andere. Veel te laat weggegaan want we haalden
Poitiers niet eens. In Bordeaux lagen we drie
dagen in een hotelbed. We hadden geen rekening
gehouden met de feestdagen. Zo met de kerst ...
oud en nieuw ... dan was reizen problematisch.
Dat ondervond ook Jules. De eerste dag tot
Bordeaux en in de wachtkamer overnacht.
De volgende dag blijven steken in Morcenx.
Van daaruit moest hij de bus nemen, maar er
was een staking. Zelfs de taxi staakte uit
solidariteit. Dus maar lopen. Een paar
kilometer kon hij meerijden op een
houtvesterswagentje. Dan weer lopen ...
heel ver lopen.